Twintig Twintig

December 30th, 2020

In alle retrospectieven valt te lezen dat 2020 een opmerkelijk jaar was. Het is moeilijk het daar oneens mee te zijn, zelfs al zou het een leuke insteek vormen voor een blogpost. Een wereldwijde pandemie hadden we tot nu toe nog niet gehad, het is op z'n minst uitzonderlijk te noemen dat we van de ene dag op de andere geisoleerd thuis zitten en dat alle communicatie plots verloopt via Zoom, Whatsapp of Teams. Het adjectief opmerkelijk past dus wel bij het voorbije jaar.

Over Covid, lockdowns, versoepelingen en vaccinaties zijn al voldoende inzichtvolle dwaasheden geschreven. Ik denk dan ook niet dat ik daar iets nuttig aan kan toevoegen. Persoonlijk vond ik dat dit bijzondere jaar eigenlijk snel normaal aanvoelde. Ik had het geluk dat er voor mij als individu weinig veranderde. Ik kon mijn job blijven uitoefenen en niemand in mijn directe omgeving heeft zwaar geleden onder covid of de economische crisis. Dat is niet voor iedereen het geval. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de wereld bleef doordraaien, ondanks alles. In een aantal weken werd het normaal om geen handen te schudden, geen mensen meer te zien. Een masker dragen is ondertussen zo normaal dat we ons vervreemd voelen wanneer een acteur in een film dat niet doet. Het illustreert hoe snel we ons als mens kunnen aanpassen, maar ook dat wat we als 'de norm' beschouwen snel kan veranderen.

Deze crisis tekende de contouren van wat in 2019 al aanwezig was scherper af. Geopolitieke conflicten werden op de spits gedreven, technologische evoluties zoals ecommerce kwamen in stroomversnelling en de jarenlange vooruitgang in biotech kwam prominent op de voorgrond. Europa werd letterlijk het zieke en oude continent, China werd met veel zelfvertrouwen het nieuwe middelpunt van de wereld.

Dezelfde evoluties toonden zich op individueel vlak, de karaktertrekken van mezelf, vrienden en collega's werden in tijden van lockdown duidelijker zichtbaar. De monotoniteit in ons dagelijks leven maakte een karikatuur van onszelf. Net zoals gewassen in monocultuur, lijken we kwetsbaarder te worden bij gebrek aan diversiteit.

Boeken

De extra tijd vrijgekomen door het wegvallen van hobbies, had theoretisch gezien opgevuld moeten worden met het lezen van boeken. Helaas heb ik ondervonden dat het wegvallen van structuur, me minder deed lezen. Toch ben ik best tevreden over wat ik las:

  • Tonio (A.F. TH. Van Der Heijden), een beklijvend autobiografisch verhaal over de schrijver die zijn zoon verliest.
  • Grand Hotel Europa (Ilja Leonard Pfeijffer), Een meesterwerk over massatoerisme.
  • De Nieuwe Schoolstrijd (Barbara Moens)
  • Congo (David Van Reybrouck), de klassieker over Congo. Veel boeiender dan verwacht. In het jaar van Black Lives Matter doed het je beseffen hoe weinig Afrika hier aan bod komt.
  • Lost Children Archive (Valeria Luiselli): Roman over het lot van de kind-migranten in de US.
  • Voer voor psychologen (Harry Mulisch): Bizar en vreemd.
  • Zwarte Schuur (Oek De Jong): Een overtuigende en veellagige roman.
  • On Connection (Kae Tempest): Boekje over creativiteit en hoe het mensen bij elkaar brengt.
  • De meeste mensen deugen (Rutger Bregman)
  • De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (Milan Kundera)

On the web